Instellingen

Op de pagina Beheer kunt u bepaalde parameters en instellingen wijzigen. Op deze manier kunt u ervoor zorgen dat de berekeningen en analyses die door de Mobiliteitsscan worden gedaan altijd goed aansluiten bij uw specifiek bronmodel of scenario.

Instellingspagina

Vanaf 2023 kunt u in de Mobiliteitsscan voor bepaalde parameters zelf de waardes instellen die het beste passen bij uw scenario dat u heeft aangemaakt, of de brondata die u heeft ingelezen in de Mobiliteitsscan. U vindt een overzicht van alle instellingen op de pagina Beheer van de Mobiliteitsscan.

De Mobiliteitsscan kent drie soorten parameters/instellingen: algemene parameters, parameters die bij een bronmodel horen en parameters die gelden voor een scenario’s.

Afbeelding van de locatie van instellingspagina

Instellingscategorie: Algemeen

Algemene parameters zijn niet scenario-specifiek en zijn niet gerelateerd aan brondata. Als u deze parameters wijzigt, gelden de nieuwe parameterwaardes voor alle kaartweergaven en berekeningen die u vanaf dat moment uitvoert.

Op dit moment kunnen parameters voor de volgende algemene berekeningen door gebruikers ingesteld worden:

  • Terugkoppelingseffecten: Berekening van maatregeleffecten met terugkoppelingseffecten vanuit knelpunten in het autonetwerk.

Instellingscategorie: Bronmodellen

Parameters in de categorie Bronmodellen kunnen alleen door de eigenaar van een bronmodel gewijzigd worden. Andere gebruikers die toegang tot de brondata hebben, kunnen zien welke waardes als standaard (default) gekozen zijn door de eigenaar van het bronmodel.

Op dit moment kunnen parameters als default voor een bronmodel door een bronmodeleigenaar ingesteld worden:

  • Voedingslinks autonetwerk: Manier waarop hulplinks geïntroduceerd worden die een zone-centroïde aan het autonetwerk koppelen.
  • Voedingslinks fietsnetwerk : Manier waarop hulplinks geïntroduceerd worden die een zone-centroïde aan het fietsnetwerk koppelen.
  • Berekening OV-netwerk: Verschillende berekeningen waarmee een als bronmodel ingelezen OV-netwerk gereduceerd wordt tot een simpelere versie op basis waarvan maatregeleffecten berekend kunnen worden.
  • Berekening Scenario-toedeling: Manier waarop de verkeersvraag (aantal ritten tussen zones) verdeelt wordt over het netwerk.

Instellingscategorie: Scenario's

U kunt voor elk uitgangsscenario parametersinstellingen aanpassen. Dit doet u tijdens het aanmaken van een uitgansscenario (stap 2). De instellingen die u hier neemt gelden voor het uitgangsscenario, alle kopieën van dit uitgangsscenario en alle maatregelscenario’s die op basis van dit uitgangsscenario aangemaakt worden. U kunt deze instellingen later niet meer wijzigen, deze horen vast bij uw scenario. U kunt de gekozen instellingen later terug vinden op de instellingspagina.

In deze stap kunt u alle parameters die door de de bronmodeleigenaar voor een bronmodel ingesteld zijn, wijzigen voor uw uitgangsscenario.

Overzicht van alle instellingsparameter

Hieronder zijn alle instellingsparameter nader toegelicht en zijn de default waardes in de Mobiliteitsscan benoemd.

Algemeen

Terugkoppelingseffecten

  • Knelpunt-I/C-verhouding: Dit is de drempelwaarde φ', op basis waarvan bepaalt wordt of een wegvak een knelpunt is. Voor wegvakken die als knelpunt worden gedefinieerd, berekend de Mobiliteitsscan een verminderde capaciteit. Een I/C-verhouding van 90% en hoger is een indicator voor slechte doorstroming of stilstand.

    Afweging: als u deze waarde hoger zet, worden minder wegvakken als knelpunt gedefinieerd.

  • Wegingsfactor snelheidsverhouding: Dit is kalibratieparameter α1. Deze parameter wordt toegepast in de berekening van de stroomopwaartse invloed van knelpunten.

    Afweging: als u deze waarde hoger zet, krijgt de snelheidsverhouding meer invloed in de berekening van de terugkoppelingseffecten.

  • Wegingsfactor vertakkingen: Dit is kalibratieparameter α2. Deze parameter wordt toegepast in de berekening van de stroomopwaartse invloed van knelpunten. “vertakkingen” zijn het aantal wegvakken dat aansluit aan een wegvak.

    Afweging: als u deze waarde hoger zet, krijgt het aantal vertakkingen meer invloed in de berekening van terugkoppelingseffecten.

  • Stopconditie invloedspercentage: Dit is stopconditie α3. Deze parameter wordt toegepast in de berekening van de stroomopwaartse invloed van knelpunten.

    Afweging: als u deze waarde hoger zet, wordt voor potentieel meer wegvakken stroomopwaarts van een knelpunt de capaciteit verlaagt tijdens de berekening van terugkoppelingseffecten.

  • Stopconditie snelheidsverhouding: Dit is stopconditie α3. Deze parameter wordt toegepast in de berekening van de stroomopwaartse invloed van knelpunten.

    Afweging: als u deze waarde hoger zet, wordt voor potentieel meer wegvakken stroomopwaarts van een knelpunt de capaciteit verlaagt tijdens de berekening van terugkoppelingseffecten.

  • Minimum wegvaklengte: Dit is de minimum lengte die een wegvak moet hebben om de stopconditie snelheidsverhouding toe te passen.
    Afweging: als u deze waarde hoger zet, worden meer langere wegvakken uitgesloten van de berekening van de terugkoppelingseffecten.
  • Maximum aantal wegvakken: Dit is het maximale aantal wegvakken waarvoor terugkoppelingseffecten vanuit een knelpunt worden berekend. 
    Afweging: als u deze waarde hoger zet, worden meer wegvakken beïnvloed  van een knelpunt stroomafwaarts.
Instelbare Parameters: Toedeling met terugkoppelingseffecten
Parameters: TOEDELING MET TERUGKOPPELINGSEFFECTEN default waarde Mobiliteitsscan toegestane waarde (range)
Knelpunt-I/C-verhouding 0,95 0,8-1
Wegingsfactor snelheidsverhouding 0,4 0,1-1
Wegingsfactor vertakkingen 40 10-100
Stopconditie invloedspercentage 0 0-1
Stopconditie snelheidspercentage 0,5 0-1
Minimum wegvaklengte 100 25-250
Maximum aantal wegvakken 15 1-20

Voedingslinks autonetwerk

  • Snelheid op voedingslinks: de snelheid [in km/uur] waarmee auto’s over de voedingslinks reiden.
    Afweging: De reistijd op de voedingslink is een simpele gemiddelde representatie van de reistijd vanuit elke locatie binnen een zone. Voor bovenregionale verkeersmodellen worden vaak snellere voedingslinkssnelheden gekozen dan voor verkeersmodellen op stedelijk niveau.
  • Zoekradius voor netwerkknopen: Radius [in meter] van de cirkel rond om een zone-centroïde waarin kandidaat-knoppunten voor de aantakking van de voedingslinks aan het autonetwerk gezocht worden.
    Afweging: Het hangt af van de fijnmazigheid van een autonetwerk en de zone-aggregatie wat een geschikt zoekradius voor voedingslinks is. Als de zoekradius te klein is, kan het gebeuren dat geen geschikt knooppunt gevonden kan worden. Als de zoekradius erg groot is, kunnen vrij lange voedingslinks genereerd worden. Langere voedingslinks zijn minder consistent met het bronmodel dan kortere voedingslinks.
  • Maximum aantal voedingslinks: Maximum aantal voedingslinks dat vanuit een zone-centroïde gegeneerd wordt.
    Afweging: Het maximum aantal voedingslinks geeft voor in hoe veel richtingen de Mobiliteitsscan naar voedingslinks zoekt. Meer voedingslinks kunnen en representatiever beeld weergeven, een goed richtwaarde zijn 5 voedingslinks per zone-centroïde.
  • Minimum links per netwerkknoop: Het minimale aantal uitgaande wegvakken dat een knooppunt moet aansluiten om een voedingslinks aan deze knooppunt aan te takken.
    Afweging: Het is voordelig als voedingslinks aantakken aan knooppunten met meerdere wegvakken. Op die manier kan zich het verkeer gelijkmatiger over het netwerk verdelen. Als de eisen hieraan te hoog worden ingesteld, kan het gebeuren dat geen geschikt knooppunt gevonden kan worden.
Instelbare parameters: Voedingslinks autonetwerk
Parameters: VOEDINGSLINKS AUTONETWERK default waarde Mobiliteitsscan toegestane waarde (range)
Snelheid op voedingslinks 100 1-500
Zoekradius voor netwerkknopen 2000 50-5000
Maximum aantal voedingslinks 5 1-12
Minimum links per netwerkknoop 2 1-5

Voedingslinks fietsnetwerk

  • Snelheid op voedingslinks: de snelheid [in km/uur] waarmee fietsers over de voedingslinks reiden.
    Afweging: De reistijd op de voedingslink is een simpele gemiddelde representatie van de reistijd vanuit elke locatie binnen een zone.
  • Zoekradius voor netwerkknopen: Radius [in meter] van de cirkel rond om een zone-centroïde waarin kandidaat-knoppunten voor de aantakking van de voedingslinks aan het autonetwerk gezocht worden.
    Afweging: Het hangt af van de fijnmazigheid van een autonetwerk en de zone-aggregatie wat een geschikt zoekradius voor voedingslinks is. Als de zoekradius te klein is, kan het gebeuren dat geen geschikt knooppunt gevonden kan worden. Als de zoekradius erg groot is, kunnen vrij lange voedingslinks genereerd worden. Langere voedingslinks zijn minder consistent met het bronmodel dan kortere voedingslinks.
  • Maximum aantal voedingslinks: Maximum aantal voedingslinks dat vanuit een zone-centroïde gegeneerd wordt.
    Afweging: Het maximum aantal voedingslinks geeft voor in hoe veel richtingen de Mobiliteitsscan naar voedingslinks zoekt. Meer voedingslinks kunnen en representatiever beeld weergeven, een goed richtwaarde zijn 3 voedingslinks per zone-centroïde.
  • Minimum links per netwerkknoop: Het minimale aantal uitgaande wegvakken dat een knooppunt moet aansluiten om een voedingslinks aan deze knooppunt aan te takken.
    AfwegingHet is voordelig als voedingslinks aantakken aan knooppunten met meerdere wegvakken. Op die manier kan zich het verkeer gelijkmatiger over het netwerk verdelen. Als de eisen hieraan te hoog worden ingesteld, kan het gebeuren dat geen geschikt knooppunt gevonden kan worden.
INSTELBARE PARAMETERS: VOEDINGSLINKS FietsNETWERK
Parameters: VOEDINGSLINKS FIETSNETWERK default waarde Mobiliteitsscan toegestane waarde (range)
Snelheid op voedingslinks 14 1-50
Zoekradius voor netwerkknopen 500 50-5000
Maximum aantal voedingslinks 3 1-12
Minimum links per netwerkknoop 2 1-5

OV-netwerk en reistijden

  • Wegingsfactor trein:  Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in de trein gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor metro: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in de metro gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor tram: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in de trem gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor HOV tram: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in de "Hoogwaardig Openbaar Vervoer"(HOV) trem gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor HOV bus: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in de "Hoogwaardig Openbaar Vervoer"(HOV) bus gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor bus: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in de bus gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor veerboot: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd op het veerboot gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor overig: Wegingsfactor waarmee de brekende reistijd in alle overige OV-modaliteiten gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de reistijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt, een wegingsfactor onder 1 betekend dat de reistijd modelmatig verkort wordt.
  • Wegingsfactor wachttijd: Wegingsfactor waarmee de brekende wachttijd binnen een OV-reis gewogen wordt. Een wegingsfactor boven 1 betekend dat de wachttijd in deze modaliteit modelmatig verlengt wordt. Dit is een hulpmiddel om de weerzin van reizigers tegen wachttijden mee te nemen in de routekeuze. Een hogere wegingsfactor zorgt ervoor dat routes met minder wachttijd gekozen worden.
  • Wegingsfactor looptijd: Wegingsfactor waarmee de brekende looptijd tijdens het in-, uit- en overstappen gewogen wordt. Een hogere wegingsfactor zorgt ervoor dat routes met minder looptijden gekozen worden.
  • Penalty overstappen: Extra reistijd [in minuten] die per overstap tussen twee OV-lijnen wordt toegevoegd. Dit penalty staat los van de berekende wachttijd. Dit is een hulpmiddel om de weerzin van reizigers tegen overstappen mee te nemen in de routekeuze. Een hogere penalty zorgt ervoor dat routes met minder overstappen gekozen worden.
  • Penalty instappen: Extra reistijd [in minuten] die per OV-rit aan de reistijd toegevoegd kan worden. Een hogere penalty zorgt ervoor dat voor OV minder voordelige reistijden worden berekend.
  • Halteertijd: Ook onder de Engelse naam "dwell time" bekend. Dit is de tijd [in minuten] die een OV-vervoertuig  per halte wacht. Deze tijd wordt per tussenliggende halte onderdeel van een OV-reis. Een hogere halteertijd zorgt ervoor dat routes met minder tussenhaltes gekozen worden.
INSTELBARE PARAMETERS: REISTIJDENberekening OV-SCENARIONETWERK
Parameters:  REISTIJDENBEREKENING OV-SCENARIONETWERK default waarde Mobiliteitsscan toegestane waarde (range)
Wegingsfactor trein 0,8 0,5-3
Wegingsfactor metro 0,8 0,5-3
Wegingsfactor tram 0,8 0,5-3
Wegingsfactor HOV tram 0,8 0,5-3
Wegingsfactor HOV bus 1 0,5-3
Wegingsfactor bus 1 0,5-3
Wegingsfactor veerboot 1 0,5-3
Wegingsfactor overig 1 0,5-3
Wegingsfactor wachttijd 1,5 1-5
Wegingsfactor looptijd 1,5 1-5
Penalty overstappen [minuten] 3,8 0-10
Penalty instappen [minuten] 0 0-2
Halteertijd [minuten] 0,5 0-3

Nieuw in 2023

Dat u zelf parameters kunt instellen is een nieuwe functionaliteit van de Mobiliteitsscan.


Uitgangsscenario

Basis voor analyses en uitgangspunt voor maatregelscenario's. Bij het aanmaken van een uitgangsscenario bepaalt u welke data gebruikt worden en welk gebied u wilt analyseren.

Brondata

Specifieke datasets die u heeft gekozen bij het aanmaken van uw uitgangsscenario. Vaak - maar niet altijd - zullen de brondata horen bij het gekozen bronmodel en submodel. In het logboek ziet u welke brondata gebruikt zijn voor uw scenario.

Beheer

Overzichtspagina waar u alle bronmodellen, instellingen, uitgangsscenario's en maatregelscenario's kunt beheren.  Hier vindt u ook het  logboek.

Centroïde

Afhankelijk van het bronmodel is de centroïde het middelpunt of zwaartepunt van een zone. De locatie wordt ingelezen bij de import van het bronmodel.

Bronmodel

Een bronmodel is een verkeersmodel dat wordt geïmporteerd in de Mobiliteitsscan en wordt gebruikt als basis voor uitgangsscenario’s. Het is een combinatie van allerlei gegevens zoals autonetwerk met snelheden, HB-matrix auto/ov/fiets, reistijden auto/OV/fiets (niet verplicht) en sociodata (arbeidsplaatsen en inwoners). Een bronmodel kan gegevens voor ochtendspits en/of avondspits bevatten.

Submodel

Een dagdeel binnen een bronmodel. Bijvoorbeeld een bronmodel ‘NRM’ kan een submodel ‘ochtend’ bevatten.

Scenario

De Mobiliteitsscan kent twee typen scenario's: uitgangsscenario's en maatregelscenario's.

Maatregelscenario

Maatregelscenario's zijn gebaseerd op uitgangsscenario's. U kunt maatregelen toevoegen aan een maatregelscenario en de effecten bekijken op het tabblad Effecten.