Voedingslinks

Voedingslinks zijn links die de Mobiliteitsscan genereert om de centroïde van een zone aan te sluiten aan een netwerk. Deze links zijn een hulpmiddel en geen onderdeel van het netwerk. Om deze reden worden voedingslinks in de regel niet op de kaart getoond.

Waarom maakt de Mobiliteitsscan voedingslinks aan?

Tijdens het toedelen moeten ritten vanaf een zone worden verdeeld op het netwerk. De zone moet daarom ergens op het netwerk aantakken, als startpunt voor het zoeken van de route. Normaliter worden hier speciale ‘voedingslinks’ voor gebruikt.

Sommige bronmodellen hanteren voor de koppeling van zones  aan het netwerk slechts een link (voedingslink). Dat kan voor de berekening van maatregelscenario's tot problemen leiden, omdat alle ritten en reizen van en naar die zone over die ene link moet. Dat zou bijvoorbeeld voor het autonetwerk tot  onverwachte congestie-effecten in het netwerk leiden. Deze problemen spelen ook op het moment dat de Mobiliteitsscan zones aggregeert, omdat voor die zones een nieuwe koppeling met de netwerken gemaakt moet worden.

Voedingslinks autonetwerk

Eenvoudige voedingslinksgeneratie (standaardmethode tot juni 2023)

Tot mei 2023 bevatte de Mobiliteitsscan geen echte voedingslinks. Het zoeken van routes tussen twee zone-centroïdes begon altijd bij de dichtstbijzijnde netwerkknoop vanaf een zone. Er was dus ook altijd maar één aantak-punt.

Om het doorreken van oude scenario's op een consistente manier mogelijk te maken, kan deze eenvoudige voedingslinksgeneratie nog steeds als instelling gekozen worden als methode ter berekening van voedingslinks.

Voedingslinksgeneratie (standaardmethode vanaf juni 2023)

Sinds 2023 kent de Mobiliteitsscan een nieuwe methode voor de generatie van voedingslinks in het autonetwerk. Het uitgangspunt is daarbij  dat voedingslinks uit het  bronmodel altijd worden gebruikt.  Binnen een studiegebied worden voor niet-geaggregeerde zones de voedingslinks uit het bronmodel overgenomen, inclusief de bijbehorende reistijden.

Indien binnen of buiten het studiegebied zones worden geaggregeerd, wordt gezocht naar de voedingslinks van onderliggende zones en de netwerkknoop waarmee ze verbonden zijn. Per richting wordt de dichtstbijzijnde knoop geselecteerd en met de geaggregeerde zone verbonden. Dit gebeurt ook indien er geen voedingslinks met het bronmodel ingelezen zijn.

Voedingslinks overnemen voor niet-geaggregeerde zone

Dit is de eenvoudigste situatie. De bronzone van een scenariozone wordt opgezocht en er wordt gekeken welke voedingslinks hier in de bron aan vast zitten. Deze bron-voedingslinks worden gekopieerd als scenario-voedingslinks, met een snelheid van 100 km/u  en de lengte van de bronlink.
Deze methode kan niet worden gebruikt indien de scenariozone is verplaatst ten opzichte van de bronzone (maatregel ‘Object verschuiven’).

Voedingslinks genereren voor geaggregeerde zone

Bij een scenariozone horen nu meerdere bronzones. De bronzones worden opgezocht samen met de bronvoedingslinks die hier aan vastzitten. Nu worden alle netwerkknopen beschouwd waar deze bronvoedingslinks op aantakken.

Het gebied rondom de zone wordt opgedeeld in ‘sectoren’. Het aantal van sectoren is voor gebruikers instelbaar. Per sector wordt de dichtstbijzijnde knoop bepaald waar bronvoedingslinks op aantakken. Er wordt een nieuwe voedingslink gegenereerd tussen de zone en deze knoop. De snelheid wordt op bijvoorbeeld 100 km/u gezet (instelbaar) en de lengte hemelsbreed berekend. Met bijvoorbeeld 5 sectoren wordt op deze manier dus een maximum van 5 voedingslinks per zone gegeneerd.

Nieuwe voedingslinks genereren

Als er op bovenstaande manieren geen voedingslinks gevonden of gegenereerd worden, dan worden scenariovoedingslinks gegenereerd zonder rekening te houden met de bron. Dit kan als het bronnetwerk geen voedingslinks bevat, of als er een nieuwe scenariozone is toegevoegd met de maatregel ‘Zone splitsen’.
Rondom een scenariozone wordt hiervoor een gebied gemaakt met een straal van bijvoorbeeld 2000 meter (instelbaar). Dit gebied wordt wederom opgedeeld in ‘sectoren’ (instelbaar).
Per sector wordt gezocht naar de dichtstbijzijnde netwerkknoop. Dit moet een knoop zijn met een minimaal aantal wegvakken (instelbaar). Tussen de knoop en een zone wordt een voedingslinks aangemaakt.

Kan op deze manier geen voedingslink gevonden worden, dan wordt alsnog maar een enkele voedingslinks gegenereerd naar de dichtstbijzijnde netwerkknoop.

Voedingslinks fietsnetwerk

Voor fiets worden voedingslinks altijd gegenereerd. Het algoritme is gelijk aan dat van auto-voedingslinks, maar er wordt dus niet gewerkt met voedingslinks vanuit het bronnetwerk. De desbetreffende parameters zijn wederom instelbaar.

Per default worden er voor fiets maximaal 3 voedingslinks aangetakt. De default snelheid voor de voedingslinks voor fiets is 14 km/u.

Voedingslinks OV-netwerk

Het generen van voedingslinks is onderdeel van het aanmaken van het scenario-netwerk voor openbaar vervoer.

Voedingslinks genereren (tussen zones en haltes)

In een OV-netwerk stellen voedingslinks het voor- en natransport voor vanaf een zone naar de opstaphalte en vanaf de uitstaphalte naar een andere zone. Voedingslinks worden niet bij het OV-netwerk geïmporteerd, maar worden door de Mobiliteitsscan gegenereerd.

Het genereren van voedingslinks gebeurt analoog aan de berekening bij auto en fiets altijd aan het begin van de scenarioberekening voor het zoeken van de kortste route (middels Dijkstra-algoritme). Dit geldt zowel voor de berekening van het uitgangsscenario als bij het berekenen van maatregelen.

Bij het genereren van voedingslinks gelden de volgende regels:

  • Gevonden haltes binnen een bepaalde afstand worden doorlopen op volgorde van kortste afstand van de zone naar de langste afstand.
  • Een halte wordt alleen geselecteerd als er een lijn stopt die niet bij een eerder geselecteerde halte voor deze zone ook al stopte.
  • De volgende 4 stappen worden voor iedere scenariozone uitgevoerd:
    • Selecteer alle haltes binnen 2 kilometer hemelsbreed.
    • Indien er nu géén HOV-haltes (HOV-bus of HOV-tram) zijn geselecteerd:
      Selecteer maximaal 1 HOV-halte tussen 2 en 4 kilometer hemelsbreed.
    • Indien er nu nog niet op 2 unieke OV-lijnen wordt aangesloten:
      Selecteer alle haltes binnen 10 kilometer hemelsbreed totdat er op 2 unieke OV-lijnen wordt aangesloten.
    • Selecteer alle treinstations binnen 10 kilometer hemelsbreed.

Dit levert voor de scenariozone een lijst haltes op, de voedingslinks worden dan tussen de zone en iedere halte getekend.

Voorbeeld voor voedingslinks OV op de kaart
Voorbeeld van voedingslinks van een OV-netwerk op de kaart

De voedingslinks die nu gegenereerd zijn hebben een hemelsbrede lengte, deze moeten we voorzien van een reistijd. Dit gebeurt  als volgt:Afstandscurve voor reistijden op OV-voedingslinks

  • De hemelsbrede afstand wordt vermenigvuldigd met 1,2
  • Afstand 0 tot 333 m: lopen à Snelheid 4 km/h
  • Afstand 333 m tot 4,08 km: fietsen à Snelheid 15 km/h
  • Afstand boven de 4,08 km: auto à Snelheid 50 km/h

Bij een gecorrigeerde afstand van 333 m of meer zijn er dus meerdere snelheden op de voedingslink van toepassing. Dit vertaalt zich uiteindelijk in één ‘gewogen’ snelheid (gewogen o.b.v. afstand).

De gecorrigeerde hemelsbrede afstand samen met de gewogen snelheid leiden tot een reistijd welke in het Dijkstra algoritme gebruikt kan worden.


Nieuw in 2023

Tijdens het aanmaken van een nieuwe uitgangsscenario wordt voor nieuw ingelezen bronmodellen een nieuwe standardmethode voor het aanmaken van voedingslinks voor het autonetwerk toegepast. Voor eerder ingelezen bronmodellen wordt de oude methode als default gehanteerd.

Deze  berekeningsmethode kent parameters die u zelf kunt instellen op de nieuwe instellingspagina.


Centroïde

Afhankelijk van het bronmodel is de centroïde het middelpunt of zwaartepunt van een zone. De locatie wordt ingelezen bij de import van het bronmodel.

Brondata

Specifieke datasets die u heeft gekozen bij het aanmaken van uw uitgangsscenario. Vaak - maar niet altijd - zullen de brondata horen bij het gekozen bronmodel en submodel. In het logboek ziet u welke brondata gebruikt zijn voor uw scenario.

Voedingslinks

Voedingslinks zijn links die de Mobiliteitsscan genereert om de centroïde van een zone aan te sluiten aan een netwerk. Deze links zijn een hulpmiddel en geen onderdeel van het netwerk. Om deze reden worden voedingslinks niet op de kaart getoond.

Uitgangsscenario

Basis voor analyses en uitgangspunt voor maatregelscenario's. Bij het aanmaken van een uitgangsscenario bepaalt u welke data gebruikt worden en welk gebied u wilt analyseren.

Bronmodel

Een bronmodel is een verkeersmodel dat wordt geïmporteerd in de Mobiliteitsscan en wordt gebruikt als basis voor uitgangsscenario’s. Het is een combinatie van allerlei gegevens zoals autonetwerk met snelheden, HB-matrix auto/ov/fiets, reistijden auto/OV/fiets (niet verplicht) en sociodata (arbeidsplaatsen en inwoners). Een bronmodel kan gegevens voor ochtendspits en/of avondspits bevatten.

Submodel

Een dagdeel binnen een bronmodel. Bijvoorbeeld een bronmodel ‘NRM’ kan een submodel ‘ochtend’ bevatten.

Scenario

De Mobiliteitsscan kent twee typen scenario's: uitgangsscenario's en maatregelscenario's.

Maatregelscenario

Maatregelscenario's zijn gebaseerd op uitgangsscenario's. U kunt maatregelen toevoegen aan een maatregelscenario en de effecten bekijken op het tabblad Effecten.