Toedeling verkeersvraag

Voor het berekenen van effecten van gewijzigde reistijden en intensiteiten deelt de Mobiliteitsscan verplaatsingen toe aan de verschillende netwerken.

De Mobiliteitsscan kent eenvoudige toedelingstechnieken waarbij de snelste route tussen iedere herkomst en bestemming (ieder ‘zone-paar’) wordt bepaald en alle ritten aan deze routes worden toegekend. Voor het zoeken van de snelste route in een netwerk wordt het hiervoor zeer gebruikelijke Dijkstra-algoritme ingezet. Voor alle toedelingsmethodes in de Mobiliteitsscan geldt dat deze maar een keer uitgevoerd worden, en niet iteratief herhaald worden totdat een evenwichtssituatie in het netwerk is ontstaan.

Auto

Voor de toedeling van verkeer (personenauto’s) op het autonetwerk heeft u de keuze uit twee verschillende berekeningsmethoden. Op de instellingspagina kunt u kiezen welke toedelingsmethodiek u wilt toepassen voor een scenario.

Voor uitgangsscenario’s worden uitsluitend de intensiteiten uit de onderliggende bronmodellen getoond. In de maatregelscenario’s wordt het relatieve of absolute verschil van de toedeling in de uitgangs- en maatregelscenario verrekend met de basisintensiteit uit het onderliggende bronmodel.

Op dit moment worden alleen autoverplaatsingen meegenomen in de toedeling. Vrachtverkeer wordt momenteel nog niet apart toegedeeld door de Mobiliteitsscan.

Eenvoudige toedeling auto (standaardmethode tot juni 2023)

Voor de eenvoudige methode geldt dat tussen twee zones de helft van het autoverkeer wordt toegedeeld aan de snelste route in de dalperiode (verondersteld: free flow) en de andere helft van het verkeer aan de snelste route in de spits.

Uitgebreide Toedeling Auto (standaardmethode vanaf juni 2023)

Sinds 2023 kent de Mobiliteitsscan een meer uitgebreide toedelingsmethodiek voor autoverkeer. Deze doorloopt de drie volgende stappen: (1) bepalen van routesets, (2) bepalen van de reistijden en (3) verdelen van autoverkeer over de routes.

Stap 1: Bepalen van routesets

Voor elk zone-paar dient een set routes bepaald te worden waarover de verkeersvraag verdeeld kan worden. Als uitgangspunt wordt gekozen dat een routeset maximaal 5 routes heeft. Dit wordt gedaan om het rekenproces beperkt te houden en toch een redelijke routekeuze mogelijk te maken. In de set van routes zitten altijd ook de routes in de dalperiode (free flow) en de route gebaseerd op spitsreistijden.

De routeset wordt bepaald door middel van een stochastische benadering (Monte Carlo methode). Hier worden een kleine kunstmatige verstoring aangebracht op de link-snelheden uit de brondata, om vervolgens opnieuw te bepalen wat in deze nieuwe situatie de snelste route tussen een zone-paar is. Het aanbrengen van een verstoring leidt daarmee tot een nieuwe route voor elk zone-paar.

Deze nieuwe route wordt vergeleken met de reeds toegevoegde routes in de routeset om te bepalen of het een relevante route is. Relevante routes zijn niet te lang en hebben niet teveel overlap met al eerder gevonden routes. Om dit te controleren worden aan de berekening van een nieuwe route twee factoren toegevoegd: de schaalfactor en de overlapfactor, met bijbehorende drempelwaarden. Alleen als de nieuwe route hieraan voldoet, wordt deze nieuwe route aan de routeset toegevoegd. Dit wordt net zo lang herhaald totdat het maximum aantal stochastische trekkingen (instelbaar) is bereikt.

Stap 2: Bepalen van reistijden

Omdat een verkeerstoedeling in een verkeersmodel normaliter een iteratief proces is, moet voor de eerste iteratie een initiële keuze voor deze reistijden gemaakt worden. Voor de Mobiliteitsscan als quickscan instrument hoeft dat echter niet en kunnen we gelijk de beschikbare reistijden uit het bronmodel gebruiken. Hiervoor maken we gebruik van de spitsnelheden, omdat voor deze verondersteld kan worden dat er al een zeker evenwicht bestaat.

In de Mobiliteitsscan kan de reistijd per route eenvoudig berekend worden door de reistijden per link op te tellen.

Stap 3: Verdelen van verkeer over de routes

Voor het verdelen van het verkeer wordt een modelmethodiek toegepast die de keuze tussen de verschillende routes per zone-paar in een routeset nabootst. De routekeuze wordt gemodelleerd met hulp van een zogenoemde C-logit model. Dit is een model dat valt onder de familie van Multinomiale Logit-modellen (MNL), waarmee in verkeersmodellen vaak de waarschijnlijkheid van de routekeuze wordt uitgerekend. Het C-logit model houdt hierbij rekening met de overlap tussen routes: hoe meer overlap twee routes hebben, hoe minder deze routes als een aparte, los van elkaar staande, keuzeoptie worden beschouwd. Op die manier wordt voor alle routes in de routeset de waarschijnlijkheid bepaald dat deze route gekozen wordt. Autoverkeer tussen twee zones wordt op basis van deze waarschijnlijkheden over de beschikbare routes verspreid.

Omdat de Mobiliteitsscan geen evenwichtstoedeling heeft, kan het zijn dat routes met congestie op basis van deze methode in eerste instantie teveel verkeer krijgen toegedeeld, en free flow routes te weinig. Om dit te corrigeren, wordt gecontroleerd of de route gebaseerd op de free flow reistijden minder verkeer heeft dan 1/3 van de vraag van het betreffende zone-paar. Als dat zo is, wordt de intensiteit op die route opgehoogd tot 1/3 van de vraag en wordt de intensiteit op de andere routes naar rato verlaagd.

Fiets

Voor fiets geldt dat al het verkeer wordt toegedeeld op basis van de kortste route. Per zonepaar resulteert dit dus in een enkele route, die gebruikt wordt.

Omdat voor fiets geen intensiteiten bekend zijn vanuit de ingelezen bronmodellen, worden deze berekende intensiteiten - in tegenstelling tot de berekende auto intensiteiten -  wel getoond in de tool. De gebruiker bepaalt hoe realistisch de getoonde waarden zijn.

Openbaar Vervoer

Voor OV geldt dat alle ritten worden toegedeeld op basis van de snelste route in het OV-scenarionetwerk. Per zonepaar resulteert dit dus in een enkele route. Hoe de reistijden tussen twee zones met het openbaar vervoer berekend wordt, staat uitgelegd in de rekenregels voor het Scenarionetwerk Openbaar Vervoer.


Nieuw in 2023

Voor nieuw ingelezen bronmodellen wordt vanaf juni 2023 een nieuwe standardmethode voor de toedeling van autoverkeer op het netwerk toegepast. Voor eerder ingelezen bronmodellen wordt de oude methode als default gehanteerd.

Dat u zelf parameters kunt instellen is een nieuwe functionaliteit van de Mobiliteitsscan.